'Er is zoveel waar huisartsen trots op kunnen zijn.'

Michel is inmiddels 20 jaar actief in de zorg. Terwijl zijn afstudeerscriptie nog werd beoordeeld, rolde hij in de zorg. En was op slag verkocht. ‘Mijn moeder werkte bij een zorgorganisatie die in een ingewikkelde fusie was beland. Ze dacht dat ik daarbij, met mijn achtergrond, wel iets kon betekenen. Ik ben daar anderhalf jaar gebleven en nooit meer uit de sector weggegaan.’

In het hart van de zorg

Zijn carrière voerde hem langs de NZa, het Radboud umc en zorgverzekeraar VGZ. ‘Bij VGZ ontdekte ik als coördinator huisartsenzorg hoe interessant het huisartsenvak is. Ik merkte daar ook dat ik me verbonden voel met huisartsen en minder pas in de wereld van verzekeraars. Bij het Radboud umc heb ik me ingezet om de samenwerking met omliggende ziekenhuizen te intensiveren. Dit was zeker interessant en ik heb veel geleerd, maar het voelde vaak ook erg hoog over.’ Zijn huidige rol als projectleider huisartsenzorg ligt hem beter. ‘In de huisartsenzorg speelt veel én er is nog een wereld te winnen. Je werkt in het hart van de zorg. Ik wil daar graag mijn steentje aan bijdragen.’ Michel zag zijn beeld bij de sector in anderhalf jaar tijd bevestigd. ‘Er zit heel veel voor en na de huisarts, maar de huisarts is het kruispunt tussen mensen en organisaties. Ik vind het verbazingwekkend hoe veel ze, individueel en samen voor elkaar krijgen.’

Tegengeluiden als toetsstenen

Het individuele belang en de groepskracht; het is een belangrijk thema richting het nieuwe meerjarenbeleidsplan. ‘De keuzes die wij voorstellen moeten de meest logische zijn voor de groep. Waarbij we de groepskracht ook optimaal benutten. De tegengeluiden zijn daarbij belangrijke toetsstenen. Want dingen die we doen, kunnen goed zijn voor de groep, maar niet perse voor ieder afzonderlijk.’ Michel praat bevlogen, de twinkeling in zijn ogen is nooit ver weg. Toch raakt hij niet snel van slag als iets even tegenzit. Een wereldreis met zijn gezin heeft bijgedragen aan die houding. ‘Als je de wereld rondzwerft, kom je er al snel achter dat het een stuk slechter kan dan in Nederland. Ander inzicht dat ik opdeed, is dat je wel heel hard kunt rennen, maar de wereld blijft ook zonder jouw inbreng ronddraaien.’

Samenhang creëren

Samenhang creëren is een van de kernwaarden van Onze Huisartsen. Michel: ‘Veel in mijn werk draait daarom. Als projectleider ‘Meer Tijd Voor de Patiënt’ bijvoorbeeld. Binnen de praktijken werken we aan meer samenhang door bijvoorbeeld meer lean te werken. De essentie is dat je, wat je doet, in een keer goed doet. Daar kan ik mijn bedrijfskundige blik, mijn kijk op efficiënt en doelmatig werken, ook inbrengen. Lean werken begint al bij voorraadbeheer. De kasten worden centraal bevoorraad. Als je ze dan allemaal hetzelfde inricht, zie je snel wat er op is of raakt. Je pakt direct wat je nodig hebt en komt nooit zonder iets te zitten. Dat levert rust en tijdwinst op. Dan is er nog winst te boeken via gesprekstechnieken. Als je de vraag achter de vraag weet te achterhalen, kun je met je netwerk schakelen voor wat er écht nodig is. Het levert tijd en verlichting op de praktijken op, maar ook gelukkigere patiënten. Een ander onderdeel is de samenwerking rondom de praktijk. Dat je, als fysieke klachten zijn gerelateerd aan financiële problemen, weet dat je kunt verwijzen naar een budgetcoach. Het project wordt begeleid vanuit Onze Huisartsen, maar het uiteindelijke plan en de uitvoering blijft van de huisartsen.’

Werkplezier houden

Michel ervaart dat huisartsen energie krijgen van het project. ‘Dat komt omdat het direct aan de zorg raakt. Het helpt dat we concrete dingen kunnen laten zien, zoals de inzet van het spinnenwebmodel waarmee je breder naar patiënten kan kijken. We reiken dat aan en laten huisartsen ermee oefenen, waarna we terug horen dat dit huisartsen echt helpt in de spreekkamer.’ Richting de toekomst hoopt Michel dat de huisartsen voor de zorg blijven staan. ‘Ik merk dat er soms best negatief wordt gekeken naar de zorg en naar huisartsen. Dan is er risico dat je er zelf in gaat geloven. Terwijl er zoveel is om trots op te zijn. Laten we die kant wel blijven zien en samen de zorg steeds iets beter maken.’